Waarom grapefruit slecht samen gaat met kankerkuur
Wie medicijnen tegen kanker krijgt, kan beter niet roken en geen hamburgers eten of antidepressiva slikken. Artsen besteden daar vaak te weinig aandacht aan.
Twee borstkankerpatiënten met een vergelijkbaar type tumor krijgen hetzelfde medicijn in een identieke dosis maar bij een slaat de behandeling veel beter aan dan bij de ander. Kwestie van geluk? Nee. Het kan zijn dat de ene vrouw rookt, of een antidepressivum slikt, of denkt er goed aan te doen om een kruidenmiddel te gebruiken. Het kan ook zijn dat de een de antikankerpil ’s morgens neemt en de ander ’s avonds. Het is zelfs mogelijk dat het grote verschil te maken heeft met de grapefruit die een van beiden elke ochtend eet.
Vet eten lost meer van het kankermedicijn op
Persoonlijke kenmerken van patiënten bepalen in hoge mate het succes van een kankerbehandeling en artsen moeten daar veel meer rekening mee houden. Dat is de boodschap van de oratie die internist-oncoloog Ron Mathijssen op vrijdag 13 september uitsprak aan het Rotterdamse Erasmus MC. Hij is daar hoogleraar geïndividualiseerde oncologische farmacotherapie geworden, wat erop neerkomt dat hij zich bezighoudt met behandeling-op-maat voor kankerpatiënten.
De manier waarop we medicijnen opnemen en weer uitscheiden, speelt een grote rol bij het succes van de behandeling én de bijwerkingen .
Vet eten betekent dat er meer van het kankermedicijn wordt opgelost en dat vergemakkelijkt de opname ervan in het bloed.
Bommentapijt van chemokuren
Die persoonlijke kankerbehandeling heeft de toekomst. Het jarenlange ‘bommentapijt’ van chemokuren heeft plaats gemaakt voor precisiebeschietingen: breng het dna van de tumor in kaart en geef dan medicijnen die de ziekte gericht kunnen afremmen. Maar minstens zo belangrijk is wat het lichaam van de patiënt met die medicatie doet, beseft Mathijssen na onderzoek bij patiënten en een studie van de literatuur. ‘Houd je daar geen rekening mee, dan kan een geneesmiddel dat op papier perfect is, zijn doel voorbij schieten.’
Een kankermedicijn is geen paracetamolletje waarvan je er twee maar ook acht op een dag kunt slikken, legt hij uit. De juiste concentratie in het bloed luistert waanzinnig nauw. Kom je onder de benedengrens, dan werkt het geneesmiddel niet, passeer je de bovengrens, dan ontstaan ernstige bijwerkingen.
Lever kan op hol slaan
Het is vooral de lever die voor die begrenzing van belang is: die chemische fabriek, waar talloze stoffen worden omgezet, kan door toedoen van de patiënt zelf gaan haperen of juist op hol slaan. Als dat kan worden voorkomen, kan dáár de komende jaren veel winst in de kankerbestrijding, worden behaald, voorspelt Mathijssen: ‘De vooruitgang komt niet zozeer van nog meer nieuwe medicijnen maar ontstaat door slimmer om te gaan met de medicijnen die er al zijn.’
Een belangrijk onderwerp’, erkent hoogleraar medische oncologie Emile Voest (UMC Utrecht). ‘De manier waarop we medicijnen opnemen en weer uitscheiden, speelt een grote rol bij het succes van de behandeling én de bijwerkingen. Er sterven nog steeds veel mensen aan de bijwerkingen van een antikankerbehandeling en methodes om dat te voorkomen zijn hard nodig.’
Grapefruit is boosdoener
Op de oncologie-afdeling van het Erasmus MC staat inmiddels geen grapefruitsap meer in de koelkast, vertelt Mathijssen. De vrucht wordt in de medische literatuur al langer als boosdoener omschreven, maar in de spreekkamer wordt dat nog weleens vergeten, zegt ziekenhuisapotheker Frank Jansman (Deventer Ziekenhuis). De oncoloog heeft vaak ook geen lijst paraat van geneesmiddelen die niet samen gaan met een grapefruit.
Ook voor de andere punten op de lijst moeten artsen meer aandacht krijgen, zegt Jansman, voorzitter van de landelijke commissie die interacties met kankermedicatie in kaart brengt. Maar huisartsen en oncologen weten niet altijd van elkaar wat ze voorschrijven en er zijn nog onvoldoende alarmbellen in het voorschrijfsysteem. Ook de patiënt moet assertiever worden, aldus Jansman, en zich afvragen welke informatie over zijn leefstijl relevant kan zijn voor de behandeling.