Onze schildklier is misschien wel het belangrijkste hormoon voor onze stofwisseling. Voldoende schildklierhormonen betekent energie. Onze schildklier maakt, oiv het hormoon TSH, de schildklierhormonen T1, T2, T3 en T4 aan. T4 (thyroxine) is een hormoon dat alle essentiële processen in je lichaam regelt. We weten dat er veel vrouwen rondlopen die een traag werkende schildklier hebben. Uit onderzoek blijkt dat minimaal 25% van de vrouwen een traag werkende schildklier heeft. Dit percentage ligt bij mannen lager.
Wat zijn de functies van je schildklier?
Je schildklierhormonen:
-Bevorderen celgroei
-voeren afvalproducten van de stofwisseling af
-Werken als groeihormoon
-Maken energieproductie in mitochondriën (je energiefabriekjes) mogelijk
Naast de (regulier) bekende afwijkingen van de schildklier zoals struma of krop, of een autoimmuunziekte van de schildklier (ziekte van Graves) of een infectie van de schildklier (zoals thyreoiditis van Quervain), is er echter een grote groep (met name) vrouwen die een te traag werkende schildklier heeft maar die door de huisarts of internist niet wordt (h) erkend. Helaas geven de reguliere bloedwaarden (TSH en T4) namelijk vaak geen bijzonderheden aan. Maar kun je dus weldegelijk een traag werkende schildklier hebben.
Testen voor een trage schildklier
Een trage schildklier is een klinisch beeld. Schildklierproblematiek speelt zich af in de cellen, de mitochondriën. Bloedbepalingen zeggen dus niet zoveel. In veel laboratoria wordt alleen het vrije thyroxine (T4) en TSH in je bloed gemeten. Dit zegt echter niet zoveel. Het vrije T4 moet in o.a. je lever worden omgezet in het zogenaamde vrije T3 (tri-joodthyronine) want dat is pas het actieve hormoon dat zijn werking doet in je lichaam.
In onze praktijk vragen we daarom niet alleen het vrije T4 en TSH aan, maar ook het vrije T3. En reversed T3 (rT3) Ook meten we graag de jodium en de ferritine status. En antistoffen tegen de schildklier (anti TPO, anti TG)). Met behulp van urine onderzoek (24 uurs urine) of bloedonderzoek kunnen we de schildklierfunctie in kaart brengen. Urineonderzoek geeft vaak al beginnende problematiek aan.
Ook is het nuttig om antistoffen tegen gluten te meten. We weten namelijk dat intoleranties voor gluten vaak een oorzaak zijn van schildklier problemen. De antistoffen die tegen gluten worden gemaakt, lijken veel op het hormoon van de schildklier. Dus als het immuunsysteem ‘fouten’ gaat maken en antistoffen gaat produceren, is het vaak de schildklier die hier onder lijdt. Het is dus raadzaam om ook te meten of er antistoffen tegen gluten worden gevormd en of het voor jou raadzaam is om glutenvrij te eten. Dit kunnen we meten in de ontlasting (anti-gliadine) of in het bloed (Imu Pro test).
Bijnieren, trage schildklier en de relatie met stress
Stress is funest voor de schildklier! Als we veel stress hebben, hebben we ook veel cortisol nodig. De voorloper van cortisol is progesteron. Dat betekent dus dat we veel progesteron zullen ‘verbruiken’ om daar cortisol van te maken. En dat betekent dus ook dat je lichaam te weinig progesteron overhoudt om er schildklierhormonen van te maken. Een zelfde biochemische route zien we bij de aanmaak van adrenaline. Als je lichaam continu in de ‘adrenaline stand’ staat (wat we zien bij een bijnieruitputting en te weinig cortisol die nodig is om goed met stress om te gaan) zullen we continu aanspraak maken op tyrosine, de voorloper van adrenaline en ook hierdoor houd je te weinig tyrosine over om schildklierhormonen te maken. Bovendien heeft cortisol invloed op de conversie van T4 naar T3. Bij te weinig cortisol worden de schildklierhormonen (T3) niet goed opgenomen in de cel
Er is dus een relatie tussen een trage schildklier en teveel stress, vooral bij vrouwen. Onthoud dit, want als je niets doet aan de overdosis van stress en gebrek aan ontspanning wordt het dweilen met de kraan open als je je schildklier een handje gaat helpen. Bij overmatige stress is het dus altijd noodzakelijk om eerst de bijnier functie te bepalen en te behandelen en daarna (evt) de schildklier.
Hoe is het met jouw schildklier gesteld?
Heb jij last van onderstaande klachten, dan heb je mogelijk een traag werkende schildklier en raad ik je aan om je schildklier te laten onderzoeken: en kunnen we in de praktijk een uitgebreid behandelplan voor je samenstellen met voedingsadviezen en suppletie op maat.
– (chronische) obstipatie en ook vaak diarree
– vocht vasthouden
– kouwelijk zijn
– spier- en gewrichtspijnen
– stijfheid, vooral in de ochtend
– traagheid
– droge en/of jeukende huid, haren en nagels
– hoofdpijn
– PMS klachten (hevigere en langere menstruatie of helemaal wegblijven)
– verminderde vruchtbaarheid
– opgeblazen gezicht (vochtretentie)
– Je stem is hees en laag
– onderbenen oedemateus (vocht vasthouden)
– diepliggende fletse oogopslag
– gewichtstoename
– te hoge of te lage bloeddruk
– gebrek aan energie, doodmoe. Je voelt je beter bij beweging
– doofheid
– krampen in de spieren of tintelingen van de handen door het carpale tunnelsyndroom
– hartslag kan trager zijn
– de bloeddruk wat hoger
– Meer behoefte aan slaap en neiging om in slaap te vallen overdag
– Snurken
– Nooit koorts bij griep
– Droge, koude, ruwe huid
– Je voelt je beter in een warme omgeving
– Slechte nierfunctie (waardoor bloeddruk kan stijgen)
– kortademigheid of pijn op de borst na inspanning of in de kou
– Vernauwde bloedvaten in de benen of etalagebenen
– Verhoogd cholesterol gehalte
– Postnatale depressie
– geestelijke klachten: angstig, onzeker
– besluiteloosheid
– depressieve klachten
– paniekgevoel
– stemmingswisselingen
– negatief zelfbeeld
– concentratiestoornissen
– uitstelgedrag
– constant gevoel van stress
– gebrek aan plezier.
1. Dzurec LC. Experiences of fatigue and depression before and after low-dose L-thyroxine supplementation in essentially euthyroid individuals. Res Nurs Health, 1997 Oct; 20(5): 389-98.
2. Hertoghe T, Lo Cascio A, Hertoghe J. Considerable improvement of hypothyroid symptoms with two combined T3-T4 medication in patients still symptomatic with thyroxine treatment alone. Anti-Aging Medicine, Ed. German Society of Anti-Aging Medicine- Verlag 2003-2004; 32-43.
3. Surkov SI, Naarov AN, Kotova GA, Artemova AM. The efficacy of replacement therapy with L-thyroxine in manifest and latent forms of hypothyroidism. Probl Endokrinol (Mosk), 1990 Sep-Oct; 36(5): 14-8.
4. Venero C, Guadano-Ferraz A, Herrero Al, Nordstrom K, Manzano J, de Escobar GM, Bernal J, Vennstrom B. Anxiety, memory impairment, and locomotor dysfunction caused by a mutant thyroid hormone receptor alpha1 can be ameliorated by T3 treatment. Genes Dev, 2005 Sep15; 19(18): 2152-63.
5. Monzani F, Del Guerra P, Caraccio N, Pruneti CA, Pucci E, Luisi M, Baschieri L. Subclinical hypothyroidism: neurobehavioral features and beneficial effect of L-thyroxine treatment. Clin Investig, 1993 May; 71(5): 367-71.
6. Barnes BO. Prophylaxis of ischaemic heart-disease by thyroid therapy. The Lancet, 1959 Aug 22; 2: 149-52.
7. Gledhill RF, Dessein PH, Van der Merwe CA. Treatment of Raynaud’s phenomenon with triiodothyronine corrects co-existent autonomic dysfunction: preliminary findings. Postgrad Med J, 1992 Apr; 68(798): 263-7.