De grote verschillen
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het paleodieet en de moderne voeding?
• Er is een sterke verschuiving tussen de verhoudingen van de macronutriënten.
We zijn onnodig bang gemaakt voor vet wat de industrie de mogelijkheid gaf om zogenaamde gezonde vetten te gaan maken. Nu blijken industriële vetten de enige echt slechte te zijn. Gevolg: we eten erg veel geraffineerde koolhydraten en steeds minder verse groenten en fruit en gezonde dierlijke eiwitbronnen. Het paleodieet gaat uit van dierlijke eiwitbronnen. Hiervan moeten we wat meer eten en dit aanvullen met verse groente en fruit (hierin zitten voldoende koolhydraten) en noten en af en toe honing. Koolhydraat bronnen zoals granen, peulvruchten, maïs, aardappelen en rijst komen in het paleodieet niet voor.
De precieze verhoudingen hangen af van je individuele behoeften. Sporters hebben meer eiwit nodig. Voordeel van het paleodieet is dat je van de toegestane voeding zo veel mag eten als je wilt als je maar zorgt voor een goede balans.
• Onze moderne voeding bevat veel te weinig oplosbare vezels.
Vezels zijn heel belangrijk voor een gezonde darm. Probleem is dat veel van de vezels die we met de moderne voeding binnen krijgen geen oplosbare vezels zijn, deze zijn niet geschikt als voeding voor onze darmbacteriën en kunnen in veel gevallen de darm juist irriteren. Vooral bladgroente, paddestoelen, uien en fruit bevatten de gezonde vezels.
• De balans tussen natrium en kalium is veranderd.
Onze oorspronkelijke voeding was rijk aan kalium en arm aan natrium. Een van de redenen van zoutconsumptie is dat zout een prima conserveringsmethode is en een smaakversterker. We vinden zout lekker en hebben, omdat we het niet gewend waren, geen goed verzadigingssysteem om ons te waarschuwen dat we te veel zout binnen krijgen. Teveel zout is slecht voor ons lijf en maakt ons gevoeliger voor veel klachten. Dus eet minder zoute producten zoals brood, vleeswaren en kaas en meer kaliumrijke producten zoals groentes en fruit
• Ons standaard voedingspatroon is sterk verzurend.
Brood, zout, vlees en zuivel zorgen na vertering voor een zuur overschot terwijl vooral groente en fruit zorgen voor een basen overschot, de tegenhanger van zuurvorming. Een goede balans is belangrijk. In een verzuurd lichaam ontstaat makkelijker botontkalking, slijtage van de gewrichten en ontstekingsreacties. Ook ernstige ziektes als kanker en auto-immuunziektes gedijen beter in een zure omgeving.
• We krijgen met onze huidige voeding relatief weinig micronutriënten binnen.
Onder micronutriënten verstaan we de voor ons lichaam belangrijke stoffen als vitaminen, vetzuren, enzymen, mineralen, bioflavonoïden, carotenoïden etc. Veel van deze stoffen werken als antioxidant.
Een jager-verzamelaar eet veel gevarieerder en krijgt veel meer van deze voor onze gezondheid belangrijke stofjes binnen. Sinds de landbouw en zeker nu is de variatie sterk afgenomen. Een groot deel van onze huidige voeding bestaat uit soja, mais en tarwe.
• We eten veel te veel geraffineerde snel opneembare koolhydraten.
Deze zorgen ervoor dat de suikerspiegel te hoog kan worden waardoor het lichaam extra insuline moet maken om deze weer te normaliseren. Langdurig veel koolhydraten eten zoals we dat in de westerse wereld steeds meer zijn gaan doen is een probleem omdat er een disbalans ontstaat tussen hormonen die zorgen voor de koolhydraatverbranding (insuline) enerzijds en de hormonen die de vetverbranding stimuleren en die zorgen voor een stabiel normale suikerspiegel anderzijds. Probleem is dat we steeds moeilijker vet gaan verbranden terwijl we elke keer als we teveel eten wel vet opslaan in de vetcellen. We krijgen steeds vaker behoefte om te eten omdat onze hoge insuline spiegel zorgt voor lage suikerspiegels waardoor je schreeuwende honger krijgt. Dit geeft nog meer vetopslag en maakt het nog moeilijker om vet te verbranden. Er ontstaat een vicieuze cirkel, we worden steeds zwaarder en hongeriger.
• De verhouding tussen de essentiële vetzuren is drastisch veranderd.
Vooral de verhouding tussen de zogenaamde omega 3 en omega 6 vetzuren is belangrijk. Omega 3 is een ontstekingsremmer en omega 6 zorgt ervoor dat we ontsteking kunnen krijgen. Ze zijn allebei belangrijk maar wel in de juiste verhouding. Van nature was de verhouding omega 3 : omega 6 1:3. Dit is ook de verhouding die je vindt in vlees van dieren die in de natuur leven. En door ook vis te eten zorg je ervoor dat de verhouding optimaal blijft. De verhouding is nu sterk veranderd omdat we dachten dat alle onverzadigde vetten gezond waren en alle verzadigde vetten slecht. Er zijn echter heel gezonde verzadigde vetten bv. kokosvet en heel slechte onverzadigde vetten zoals de transvetzuren, door de industrie bewerkte onverzadigde vetten, die nog steeds veel in onze voeding voorkomen. Een ongunstige verhouding kan ook problemen geven omdat het lichaam dan makkelijker in een ontstekingstoestand blijft hangen. Laat dit nu juist een algemeen kenmerk zijn van alle chronische gezondheidsproblemen. Door toevoeging van linolzuur aan veel producten zoals de margarines en door het feit dat ons vee veel granen, soja en maïs te eten krijgt, is de verhouding omega 3: omega 6 1:10 geworden.
• In plantaardige voeding en dan vooral in de granen, peulvruchten en aardappelen zitten veel zogenaamde antinutriënten.
Dit zijn stofjes die een ongunstig effect hebben op ons lichaam. Zo kan phytinezuur de opname van veel mineralen blokkeren. Dat is een van de redenen dat vegetariërs tekorten hebben aan veel van deze stoffen. Lectines, saponines en gluten kunnen de darm beschadigen en zo een sterke reactie van het immuunsysteem oproepen, wat weer de aanleiding kan zijn voor buikklachten, allergieën en auto-immuun ziekten. Het paleodieet bevat veel minder van deze antinutriënten dan onze moderne voeding.
• De westerse voeding zit vol met onnatuurlijke toevoegingen en chemicaliën.
Het probleem is dat niemand ook maar een idee heeft wat het betekent om die cocktail van wel duizenden stofjes te moeten verwerken. Als je daarbij optelt dat we ook een hoop ellende op ons lijf smeren en we ook moeten ademhalen in een vervuilde omgeving kan het belangrijk worden om het contact met deze vreemde stofjes daar waar mogelijk te vermijden. Eet zo natuurlijk en biologisch mogelijk. Kijk als je al iets verpakt koopt wat er in zit en als je het niet vertrouwt koop het niet en eet het zeker niet.
• De hoeveelheid fructose is enorm toegenomen.
Fructose is een suiker die veel in fruit voorkomt maar ook onze tafelsuiker, sucrose bestaat voor 50% uit fructose. Fructose is goedkoop, zoeter dan glucose en klinkt gezonder. Gevolg: het zit nu overal in, in vruchtensappen (ook zelfgeperste verse sappen bevatten een grote hoeveelheid fructose), frisdranken maar ook in de worst en nog veel meer producten. Probleem met fructose is dat we het niet net als glucose als brandstof kunnen gebruiken. Het moet eerst in de lever omgezet worden in glucose, glycogeen (reserve brandstof) en vet. Dit kost de lever veel energie die niet gebruikt kan worden voor andere belangrijke taken. Netto effect van te veel fructose, zeker als het geïsoleerd wordt gebruikt zoals in frisdranken en sappen, is energie verlies in de lever, vervetting van de lever, insuline resistentie met de toenemende kans op diabetes, verhoging van het schadelijke VLDL (een vorm van cholesterol die meestal niet gemeten wordt maar wel veel gevaarlijker is dan de wel gemeten typen cholesterol) en toename van urinezuur wat jicht en hypertensie kan veroorzaken. Als er gezegd wordt dat suiker slecht is dan is dat vooral het fructose deel. Bedenk dat fructose voor je lever net zo slecht is als alcohol.
• Melk en zuivelproducten horen niet in het Paleodieet.
Ten eerste omdat het voor de intrede van de landbouw niet op het menu stond. Melk is om veel redenen niet gezond. Zeker melk van andere dieren niet. Koemelk is bedoeld om een klein kalf in een korte tijd te laten groeien tot een bakbeest van een koe. Wij mensen groeien daar ook van, in de lengte en de breedte. Melk verzuurt, het bevat veel lichaamvreemde (koe-eigen) eiwitten die voor een sterke reactie van het immuunsysteem kan zorgen.
Lactose intolerantie en koemelkeiwit allergieën komen erg veel voor. Dit kan voor veel klachten zorgen vooral in de buik maar ook allergieën als astma en eczeem veroorzaken. Ook ADHD en autistische klachten verbeteren als kinderen stoppen met melk drinken.
En onze botten dan? We hebben veel minder calcium nodig dan we denken en melk drinken leidt eerder tot botontkalking dan dat het beschermt.