De lever is voor zijn functioneren afhankelijk van twee andere energiesystemen: de verteringsenergie en de reserve-energie. Zonder deze twee partners kan het zijn taken niet goed uitvoeren. Kortom, de leverenergie staat bovenaan in de piramide en wordt gevoed door de verteringsenergie en de reserveenergie.

De eerste partner, de verteringsenergie, is de energie die vrijkomt uit de transformatie (omzetting) van voedsel en dranken door het spijsverteringskanaal. De alvleesklier (pancreas) speelt hierbij een belangrijke rol. De pancreas geeft spijsverteringsenzymen af die helpen bij de vertering van eiwitten, vetten en zetmeel tot aminozuren, vetzuren en glucose. Ook maakt de pancreas het hormoon insuline aan. Insuline zorgt ervoor, dat glucose vanuit het bloed de lichaamscellen in b.v. de lever en spieren in wordt getransporteerd. Ook zet het de lever en spieren aan om glucose op te slaan in de vorm van glycogeen en glucose af te breken tot energie.
Is er onvoldoende verteringsenergie beschikbaar, dan zal de lever daar onder leiden. Met onvoldoende benzine kan de lever zijn taken niet meer naar behoren uitvoeren.

De tweede partner van de lever, de reserve-energie, kan gezien worden als de accu van de lever. Wanneer de lever op een bepaald moment over onvoldoende energie en voedingsstoffen beschikt, kan het gebruik maken van de voorraden van de reserve-energie. De reserve-energie is de voorraad energie die in het lichaam zit opgeslagen voor speciale (nood)situaties, zoals bij ziekte, stress, verwondingen, groei en zwangerschap. In al deze situaties wordt er extra van het lichaam gevraagd. Wanneer de energie uit voeding niet toereikend is, wordt er geleend uit de reserves. De (bij)nieren spelen een belangrijke rol bij het beschikbaar houden van reserve-energie. Zo maakt de bijnier de hormonen adrenaline en cortisol aan. Deze stresshormonen zorgen ervoor dat o.a. glucose wordt vrijgemaakt, zodat het lichaam de stresssituaties kan gaan aanpakken. Is er onvoldoende reserve-energie beschikbaar, dan komt de lever in nood wanneer er extra veel van hem gevraagd wordt. Het gevolg is dat hij in noodsituaties zijn taken niet meer goed kan vervullen..

Met dank aan Marijke de Waal Malefijt