Intraveneuze toediening van vitamine C bij kanker
Artsen van de Riordan Clinic (VS) wierpen hun licht op het effect van intraveneuze toediening van vitamine C op ontstekingen bij kankerpatiënten. Bij drie kwart van de (45) kankerpatiënten zagen de artsen een daling van de CRP-waarde (C-reactief proteïne), een teken dat ontstekingen teruggedrongen waren. Bij patiënten die té hoge CRP-waarde hadden (> 10 mg/L) was er een duidelijker effect waarneembaar dan bij andere patiënten: gemiddeld een reductie van 80 %! Een andere bemoedigende waarneming was dat daling van CRP (statistisch) samenvalt met daling van andere tumormerkers, wat het vermoeden versterkt dat de CRP-daling door vitamine C gunstig is voor de prognose. Bij een aantal patiënten werden bijkomende metingen gedaan, en bij hen werden zichtbare dalingen van zes ontstekingsmerkers geregistreerd; het duidelijkst bleek dit voor IL2, TNF-α en eotaxine.
Doch waren de resultaten niet algemeen gunstig, want bij een aantal patiënten zagen de artsen een stijging van de CRP-waarde: sterke stijging bij drie patiënten met pancreaskanker en bij enkele patiënten met maagkanker of longkanker. Bij borstkanker was soms een zwakke stijging meetbaar.
De artsen zagen een daling van de PSA-niveaus bij drie kwart van twintig patiënten met prostaatkanker. Geen effect op kankermerkers CEA, CA27.29 of CA15.3 werd genoteerd.
Het behandelingsprotocol was niet voor iedereen hetzelfde. Standaard wordt eerst een dosis van 15 gram uitgetest om te controleren of de patiënt zo’n hoge dosis vitamine C wel goed verdraagt. Bij de tweede behandeling wordt 25 gram toegediend en dan volgen vier behandelingen met 50 gram. Behandelingen kunnen oplopen tot drie keer per week, afhankelijk van de patiënt. Ascorbaatconcentraties (plasma) van 18 mM kunnen hiermee bereikt worden.
Dat ontstekingen en kanker sterk met elkaar gerelateerd zijn, is niets nieuws. Hoge CRP-waarden vormen een minder gunstige prognose voor de kankerpatiënt. Ook vitamine C als kankertherapie is niet nieuw: in de jaren zeventig deed Linus Pauling daar (controversiële) experimenten mee. Echter waren die studies te klein van opzet om geloofwaardig te zijn voor de medische wereld. Als reactie op deze studies verschenen studies van andere onderzoeksgroepen, die in feite nog minder geloofwaardig waren (vitamine C werd in hoge dosis oraal toegediend!) en die de gunstige resultaten van Pauling niet konden reproduceren. Sindsdien staat vitamine C-therapie bij kanker in de mainstreamgeneeskunde geboekstaafd als ‘onzin’, niettemin blijven er studies rond dit onderwerp verschijnen met veelbelovende resultaten.
Bron: Mikirova N, Casciari J, Rogers A, Taylor P. Effect of high-dose intravenous vitamin C on inflammation in cancer patients. J Transl Med. 2012 Sep 11;10:189