Hoe wordt de diagnose gesteld?
De oude Chinezen hadden al een spreekwoord dat zei: ‘De dood huist in de darmen’. Toch wordt de diagnose ‘lekkende darm’ vaak over het hoofd gezien, omdat de symptomen en aandoeningen die ermee in verband staan zo divers zijn. In de reguliere geneeskunde is het lekkende darm syndroom geen geaccepteerde diagnose. Eerder wordt er gefocust op de verschillende aandoeningen die het gevolg zijn van verhoogde darmpermeabiliteit. Deze aandoeningen worden vaak met medicijnen of operatief ingrijpen behandeld.
De darmpermeabiliteit kan door middel van een aantal testen worden vastgesteld.
Vroeger gebruikten we regelmatig de zgn. lactulose/ mannitol test. Mannitol en lactulose zijn twee suikers die niet door het lichaam worden gemetaboliseerd. Lactulose bestaat uit grotere moleculen die alleen in het systeem kunnen doordringen als de darmintegriteit is beschadigd. Mannitol kan wel door een gezond darmslijmvlies worden geabsorbeerd. De patiënt drinkt op nuchtere maag een oplossing met een van tevoren vastgestelde hoeveelheid mannitol en lactulose. Gedurende zes uur wordt de urine verzameld en op basis van het niveau van de twee suikers in deze urinemonsters wordt de graad van darmpermeabiliteit vastgesteld.

Op dit moment gebruiken we andere testen die op een lekkende darm kunnen wijzen. Zo zijn bij een lekkende darm vaak sIgA verlaagd, betadefensin verhoogd en vinden we een verhoogde vroegtijdige ontstekingsmarker: alfa 1 anti trypsine. Deze testen bevinden zich in de basisscreening darm.

Ook kan een haaranalyse of mineralen meting mbv de Oligoscan wijzen op malabsorptie van mineralen.
Allergietesten (Imu Pro bloedtest) kunnen uitwijzen of er sprake is van voedselallergieën. Ontlastingsonderzoek kan uitwijzen of er sprake is van darmparasieten en/of overgroei van gisten en schimmels. Als laatste kan er onderzoek worden gedaan naar een eventueel tekort aan spijsverteringsenzymen.