Het verschil tussen koemelkallergie en lactose-intolerantie
Koemelkallergie en lactose-intolerantie worden vaak door elkaar gehaald, maar het zijn twee verschillende aandoeningen met uiteenlopende oorzaken en symptomen. Het belangrijkste onderscheid is dat lactose-intolerantie een probleem is met de vertering van lactose (melksuiker), terwijl een koemelkallergie een immuunreactie is op de eiwitten in melk. Beide aandoeningen kunnen vervelende klachten veroorzaken, maar ze vragen om een andere aanpak en diagnostiek.
Lactose-intolerantie: een enzymtekort
Lactose-intolerantie is een spijsverteringsprobleem dat ontstaat door een tekort aan het enzym lactase. Lactase is nodig om lactose, een suiker die voorkomt in melk en zuivelproducten, af te breken in de eenvoudigere suikers glucose en galactose. Wanneer er te weinig lactase aanwezig is, bereikt onverteerde lactose de dikke darm. Daar wordt het gefermenteerd door darmbacteriën, wat leidt tot de productie van gassen zoals koolzuur en waterstof. Dit veroorzaakt symptomen zoals:
- Buikpijn
- Winderigheid
- Diarree
- Misselijkheid
Belangrijk is dat lactose-intolerantie een puur spijsverteringsprobleem is en dat het immuunsysteem hier niet bij betrokken is. De ernst van de symptomen varieert afhankelijk van de hoeveelheid lactose die wordt geconsumeerd en de mate van lactasedeficiëntie.
Koemelkallergie: een immuunreactie
Bij een koemelkallergie speelt het immuunsysteem een centrale rol. Het lichaam ziet de eiwitten in melk, zoals caseïne en wei-eiwitten, onterecht als schadelijk en reageert hierop met een immuunrespons. Koemelkallergie komt vooral voor bij baby’s en jonge kinderen. Gelukkig groeit een groot deel van de kinderen hier na verloop van tijd overheen, meestal binnen 1 tot 3 jaar.
Koemelkallergie kan worden onderverdeeld in twee typen:
- IgE-gemedieerde allergie: Hierbij maakt het immuunsysteem antilichamen aan (IgE) tegen de melkeiwitten. Symptomen treden vaak binnen enkele minuten tot een uur na blootstelling op en kunnen variëren van huiduitslag en zwelling tot ademhalingsproblemen en zelfs anafylaxie.
- Niet-IgE-gemedieerde allergie: Dit type wordt veroorzaakt door andere mechanismen van het immuunsysteem en leidt tot vertraagde symptomen, zoals diarree, koliek of eczeem. Deze klachten kunnen uren tot dagen na blootstelling optreden.
Wetenschappelijke inzichten en laboratoriumtesten
Het onderscheid tussen lactose-intolerantie en koemelkallergie kan soms lastig te maken zijn op basis van alleen de symptomen. Gelukkig zijn er verschillende diagnostische methoden beschikbaar:
- Waterstof-ademtest: Voor lactose-intolerantie kan een waterstof-ademtest worden ingezet. Hierbij wordt gemeten hoeveel waterstofgas er in de adem aanwezig is na het drinken van een lactose-oplossing. Een verhoogde hoeveelheid waterstof wijst op lactosemalabsorptie.
- Bloedonderzoek: Bij vermoeden van een koemelkallergie kan een bloedtest worden uitgevoerd om de aanwezigheid van specifieke IgE-antilichamen tegen melkeiwitten te meten.
- Eliminatie-provocatie test: Dit is de gouden standaard voor het vaststellen van zowel lactose-intolerantie als koemelkallergie. Hierbij worden melk en zuivel tijdelijk uit het dieet verwijderd, waarna ze gecontroleerd worden herïntroduceerd om te zien of de symptomen terugkeren.
De ImuPro-test
Een andere methode die ik in de praktijk gebruik om voedselovergevoeligheden, waaronder koemelkallergie, in kaart te brengen is de ImuPro-test. Deze test richt zich op vertraagde IgG-gemedieerde voedselovergevoeligheden. Het bloed wordt geanalyseerd op de aanwezigheid van IgG-antilichamen tegen meer dan 200 voedingsmiddelen, waaronder melk en melkproducten. Ook de ImuPro-test kan nuttig zijn bij het opsporen van chronische klachten die mogelijk verband houden met voeding en in dit geval zuivelproducten.
Exorfinen onderzoek
En om het hele plaatje compleet te maken kan het ook nog zo zijn dat de caseine uit zuivelproducten wordt omgezet tot casomorfinen. Casomorfinen zijn exorfinen: opiaatachtige voedingsstoffen die de werking van de lichaamseigen endorfine afremt, met gevolg dat de vrijgave van dopamine en serotonine wordt geblokkeerd. Gevolg: je endorfine werkt niet meer goed, oftewel je gelukshormoon wordt verminderd. Of je energie gaat achteruit. Of je kunt je niet meer concentreren. Of de stressreactie in jouw lichaam kan niet uitgezet kan worden.
Bij patiënten met depressie, autisme, schizofrenie of ADS (aandachtstekort-stoornis-syndroom zijn vaak verhoogde spiegels van één of meerdere exorfinen in de urine aangetoond en wordt een verbetering van de symptomen door een gluten- en caseïnevrij dieet bereikt.
Kortom, heb je klachten bij het gebruik van zuivelproducten, laat dan goed uitzoeken of het een koemelkallergie is, een lactose intolerantie, of misschien een IgG reactie op zuivel of een exorfinen-probleem. Je begrijpt dat de behandeling hierbij ook zal verschillen.