Autisme is een neurologische ontwikkelingsstoornis, die gekenmerkt wordt door sociaal afstandelijk gedrag, een beperkte communicatie en repetitief gedrag. Het gaat vaak gepaard met epilepsie, verstandelijke gebreken en andere neurologische problemen. Autisme komt steeds meer voor, naar schatting bij 1 tot 3% van de kinderen wereldwijd. Bij jongens komt het vier keer meer voor dan bij meisjes. De oorzaken zijn nog niet helemaal gekend, maar steeds meer onderzoek wijst op een multifactoriële metabole stoornis.
Het ontstaan van autisme wordt gelinkt aan verschillende factoren die alleen of in combinatie met elkaar voorkomen. Dit zijn onder andere:
• blootstelling aan giftige stoffen, bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap
• gebrek aan vitamine D tijdens de zwangerschap en in de vroege kinderjaren
• spijsverteringsproblemen
• verstoorde darmflora
• lekkende darm (verhoogde doorlaatbaarheid van de darmwand)
• voedselallergie, exorfines in de voeding (gluten, koemelk)
• auto-immuniteit
• inflammatie (ontsteking)
• schommelende bloedsuikerspiegel, hoge bloedsuikerspiegel
• schimmelinfecties, virale infecties
• nutriëntentekorten (vooral omega-3, B-vitaminen, magnesium, zink)
• oxidatieve stress (te veel vrije radicalen, gebrek aan antioxidanten)
• vaccinatie
• zware metalen (vooral kwik)
• een slechte ontgifting
• verstoorde DNA-methylatie, te veel homocysteïne (beide door gebrek aan foliumzuur, B6, B12, choline, glycine)
• mitochondriale disfunctie (gebrek aan energie in de cel)
Kinderen met autisme ervaren gewone prikkels uit de omgeving als overweldigend. De emotionele centra in hun hersenen komen daardoor onder zware druk te staan, waardoor de kinderen niet meer ‘normaal’ kunnen reageren op stimulatie of sociaal contact.
De darmflora herstellen kan autisme omkeren
Kinderen met autisme spectrum stoornissen (ASS) hebben heel vaak last van maagdarmklachten zoals buikpijn, opgeblazen gevoel, winderigheid, diarree en constipatie. Naar schatting 23 tot 70% van de kinderen met ASS heeft spijsverteringsklachten. Hoe erger de maagdarmklachten, hoe ernstiger de symptomen van autisme (Chaidez V, 2014).
De darmflora of het microbioom (de bacteriën in de darm) is betrokken bij de pathologie van autisme. Uit verschillende studies blijkt dat kinderen met autisme een verstoorde darmflora hebben (meer pathogene bacteriën, minder bifidobacteriën, minder verscheidenheid) (Li Q, 2017).
De darmwand heeft een eigen zenuwstelsel met neuronen, neurotransmitters en neuropeptiden die instaan voor de communicatie met de hersenen en de rest van het lichaam. De darmbacteriën maken hormonen en neurotransmitters aan en communiceren met het centraal zenuwstelsel. Dat noemt men de darm-hersenen connectie of de microbioom-darm-hersenen as.
De zenuwcellen in de darmen worden geprikkeld door in de darm aanwezige (voedings)stoffen, micro-organismen en stoffen die door micro-organismen aangemaakt worden. Ze geven deze prikkels door aan de hersenen. Clostridium bacteriën (die vaak verhoogd zijn in de darmflora van autistische kinderen) maken bijvoorbeeld neurotoxines aan die de hersenfuncties verstoren (Parracho HM, 2005).
Een verstoorde darmflora is gelinkt aan een beschadigde darmwand (lekke darm). Kinderen met autisme (en hun verwanten) hebben vaker een lekke darm dan gezonde kinderen (de Magistris L, 2010). Een beschadigde darm is meer doorlaatbaar voor stoffen die normaal de darmwand niet kunnen passeren, zoals onverteerde eiwitten en koolhydraten, gluten, bacteriële toxines, microbiële metabolieten, schimmels, enz. Ze komen in het bloed terecht en kunnen een immuun- en ontstekingsreactie veroorzaken (ook in de hersenen) of de zenuwen prikkelen. Dit is een belangrijke factor in het ontstaan van de psychische symptomen en gedragsproblemen bij autisme (Ashwood P, 2011; de Theije CG, 2011).
Een verstoorde darmflora en een lekke darm kan hersteld worden. Wij doen dat in onze darmtherapie. Dit wordt beschouwd als een veelbelovende therapie voor autisme. Er zijn al een aantal studies die aantonen dat de juiste darmtherapie op korte termijn niet alleen de darmflora van autistische kinderen verbetert, maar ook hun gedrag (Critchfield JW, 2011; Umbrello G, 2016; Grossi E,).
Kinderen met autisme hebben meestal spijsverteringsproblemen met ontstekings- en auto-immuunreacties, die angsten, sociale fobieën en innerlijke conflicten versterken.
On onze praktijk pakken we de lichamelijke oorzaken aan middels ontlastingsonderzoek en voedselovergevoeligheidsonderzoek en genetisch onderzoek. Het is ook belangrijk dat er ondertussen gewerkt wordt aan het psychische en mentale welzijn van autistische kinderen.
Een recent onderzoek toont aan dat yoga en meditatie ook een gunstig effect hebben bij autisme. Deze aanpak verlicht de klinische symptomen en stelt de kinderen in staat zich beter te ontspannen en hun gevoelens uit te drukken. Bovendien verbetert de levenskwaliteit binnen het gezin en verlopen sociale contacten vlotter.
Aanbevolen testen:
Ontlastingsonderzoek
Voedselintoleranties onderzoek
Exorfinen onderzoek
Genetisch onderzoek
Sequeira S, Ahmed M. Meditation as a potential therapy for autism: a review. Autism Res Treat. 2012;2012:835847.